In augustus 2015 stond een artikel in de PZC over het overhouden van geld voor huishoudelijke hulp. Onze gemeente zou op een meevaller van 2 miljoen euro kunnen rekenen. De op het artikel aansluitende commentaren uit de samenleving waren heftig.

De Vlissingse gemeenteraad heeft de notitie waarop de journalist nu aanhaakt al half juli dit jaar ontvangen. De notitie gaat over de voorlopige prognose kosten en baten sociaal domein Walcheren 2015. Alle kosten voor zorg zijn in die notitie aan de orde. Jeugdzorg, dagbesteding, begeleiding en huishoudelijke zorg. Alle zorgkosten moeten passen binnen de door de gemeenteraad vastgestelde begroting. Budgettair neutraal, dus de plussen met de minnen verrekenen. De zeer prille eerste cijfers zijn absoluut nog niet maatgevend voor een volledig jaar. Er zijn zorgen over de hoogte van de kosten voor de Jeugdzorg. Er zijn zorgen over een weer lagere rijksuitkering voor de naar de gemeenten verlegde zorgtaken. Kortom, de gedecentraliseerde taken zullen naar verwachting in de derde kwartaalrapportage op basis van de dan beschikbare informatie een nauwkeuriger inschatting van de kosten over 2015 geven.

Als er nog geld, na alle uitgaven verwerkt, beschikbaar is moeten activiteiten gericht op preventie worden ingezet. Preventie kan dure zorgkosten voorkomen of verminderen. Het is absoluut nog te vroeg voor conclusies. Gemeenten op Walcheren moeten open communiceren over de zorgtaken die ze moeten uitvoeren. Er is al veel Walcherse samenwerking ingezet. De gemeenten verdienen uw vertrouwen en hebben de verantwoordelijkheid om de zorggelden zo efficiënt mogelijk richting onze inwoners te geleiden. Onze zorgwethouder Albert Vader staat hiervoor. Maar hij weet ook dat de implementatie nog een aantal jaren gaat duren.

Hopelijk is dit een duidelijke boodschap. Heeft u nog vragen neem dan contact op met de fractie.

Bejaardenwoningen annex dienstencentrum

(bron: “de windwijzer” voorlichtingsblad van de gemeente Oost- en West-Souburg november 1965)

“Wil men de bejaarden zo lang mogelijk hun zelfstandigheid laten behouden dan dient men er allereerst voor te zorgen dat er woningen worden gebouwd aangepast aan hun behoeften en mogelijkheden.”

“De laatste maanden staat de bejaardenzorg in onze gemeente extra in de belangstelling. Dit is mede het gevolg van de voltooiing van enkele belangrijke objecten op dit gebied. Ik wil noemen de bejaarde sociëteit in de Kanaalstraat (locatie huidig nummer 103) en de bejaardenbank. Een nieuwe stap op dit terrein werd gezet met de eerste steenlegging (13 september 1965) van het complex van 40 bejaardenwoningen annex Dienstencentrum aan het Oranjeplein. Uit het feit dat voor de veertig te bouwen woningen vooraf al 73 aanvragen zijn ingediend is sprake van zeer behoorlijke belangstelling. Bij het ontwerpen van het plan voor de 40 woningen is ernstig rekening gehouden met behoeften en mogelijkheden. Het behoeft verder geen betoog dat een verdiepingswoning niet de ideale woongelegenheid is voor een bejaarde. Trappen klimmen op oudere leeftijd is over het algemeen zeer bezwaarlijk. Bij het ontwerpen van het plan is het bouwen van verdiepingswoningen een belangrijk punt van overleg geweest. De oplossing werd gevonden door in het plan zogenaamde monoliften op te nemen waardoor de bewoners van de bovenverdieping zonder bezwaar de galerij kunnen bereiken.”

“Het dienstencentrum-idee is afkomstig uit de Scandinavische landen. In Souburg wordt het Dienstencentrum ingebouwd bij het complex bejaardenwoningen doch de dienstverlening blijft niet beperkt tot de bewoners van het complex doch richt zich tot alle Souburgse bejaarden. Er was een kamer voor de maatschappelijk werker(ster), voor de conciërge, een grote en kleine recreatiezaal, een biljartzaal, een hobbyruimte, centrale badkamer en keuken. Er zijn gedachten dat de keuken dienst gaat doen voor verstrekking van warme maaltijden aan bejaarden buiten het centrum in de vorm van de zgn. ‘Tafeltje dekje Actie’.”

“De omschrijving voor het dienstverleningscentrum: stelt zich in dienst van bejaarden met als hoofddoel het bevorderen van een zolang mogelijk zelfstandig blijven van de bejaarden.”

“ Vanuit het dienstencentrum zijn er medische-, hygiënische-, sociale-, culturele-en huishoudelijke voorzieningen. De huishoudelijke voorziening: huishoudelijke hulp (van hulp bij de was en bij kleine karweitjes tot meer omvattende, zij het uiteraard tijdelijke, gezinshulp), warme maaltijd verstrekking in geval van ziekte, boodschappendienst, huishoudelijke voorlichting en persoonlijke verzorging. Al deze genoemde voorzieningen dragen bij dat de bejaarden zolang mogelijk hun zelfstandigheid kunnen handhaven. Al met al zal het dienstencentrum door een scala van voorzieningen het zo nodige gevoel van zekerheid en veiligheid bieden en zal in belangrijke mate de voortijdige vlucht naar een bejaardenhuis afnemen.”

Rijnco-Jan Suurmond