Partij Souburg-Ritthem

De gemeente, meer dan een stad alleen

  • Home
  • Over PSR
    • Bestuur
      • Huishoudelijk Reglement
      • Statuten
      • Algemene ledenvergadering
    • Fractie
      • Fractievergadering
      • Openbare Fractie
    • Lid worden
    • Giften en verantwoording
    • Contact
  • Waarom PSR?
  • Nieuws
    • Actueel
    • Archief
    • Souburgsche Courant
    • Nieuwsbrief
      • 2018
        • 2017
      • 2016
        • 2015
      • 2014
        • 2013
      • 2012
        • 2011
      • 2010
        • 2009
      • 2008
        • 2007
      • 2006
        • 2005
      • 2004
        • 2003
        • Links
  • Verkiezingen 2022
    • Kandidatenlijst 2022
    • Programma 2022
    • 15 punten om PSR te stemmen
    • Wat vindt u?

Vragen aan college over speelstad

15 augustus 2011 by alex achterhuis

Aan Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Vlissingen

Oost Souburg, 7 augustus 2011.

Schriftelijke vragen o.g.v. R.v.O. artikel 41.

Onderwerp Speelstad

Geachte college,

In de PZC van afgelopen zaterdag (6 augustus 2011) staat een artikel met als titel “Ruimte voor een park”. Het artikel gaat over de toezeggingen die de gemeente Vlissingen heeft gedaan richting de bewoners van Parkzicht m.b.t. de inrichting van de openbare ruimte rondom hun woningen. Parkzicht is gebouwd op Baskenburg III, beter bekend als het bunkerterrein. Daar tegenaan staat nog het oude gebouwtje van het dierenasiel.
Onze raad heeft zich altijd hard gemaakt om Speelstad te handhaven op dit bunker terrein en ik zal even het geheugen opfrissen.

2002
Tijdens de discussie over de Gebiedsontwikkeling Baskenburg III (uit de raads-vergadering van 31 januari 2002) wordt al aangegeven dat het gebied een groene functie moet behouden (stukje park), dat de cultuurhistorische waarde (bunkerbehoud) behouden moet blijven, en dat speelstad moet blijven. Alle drie punten worden gehonoreerd in het betreffende raadsvoorstel.

2007
De raad wil graag dat de afspraken om speelstad te behouden duidelijk worden vastgelegd en dat toekomstige bewoners hiervan ook op de hoogte worden gebracht. N.a.v. vragen in de commissie WGH (Wonen / Grondgebied / Havens) d.d. 20 augustus 2007 over speelstad in relatie met het raadsvoorstel Herontwikkeling Baskenburg III wordt het volgende antwoord (via de mail/griffie) ontvangen.

Speelstad krijgt jaarlijks een evenementen vergunning die per jaar wordt beoordeeld. Gezien aard en karakter van speelstad verwachten wij dat dit geen problemen op zal leveren. Het is de aanstaande kopers daarnaast bekend voor de aankoop dat dit evenement plaatsvindt.

De volgende passage is in de samenwerkingsovereenkomst opgenomen:

“Het is de ontwikkelaar bekend, dat het parkgebied wordt gebruikt voor speelstad. Dit gebruik vindt plaats gedurende de zomervakantieperiode van de basisscholen. De ontwikkelaar is verplicht deze informatie aan de kopers van de woningen bekend te maken door middel van opname in de betreffende koopakte. Deze informatie zal door middel van een kettingbeding in de notariële akte ook aan opvolgende eigenaren kenbaar gemaakt moeten worden. Op niet naleving van deze bepaling is de boeteclausule van toepassing zoals opgenomen in de algemene verkoopvoorwaarde

Aangezien dit al oude afspraken zijn en er van projectontwikkelaar is gewisseld (De Groene Groep heeft het project overgedaan aan Novaform en Marsaki) willen wij u een aantal vragen conform artikel 41 RvO stellen om zeker te stellen dat speelstad ook in de toekomst op deze locatie gehandhaafd kan blijven.

  1. Is bovengenoemde afspraak nog steeds bij iedereen (kopers, projectontwikkelaars en gemeente) bekend?
  2. Is de betreffende passage in alle koopcontracten daadwerkelijk opgenomen?
  3. Wordt in de bestektekeningen van het park (die volgens het krantenartikel al in de maak zijn) rekening gehouden met de aanwezigheid van Speelstad?
  4. Heeft de aanleg van het park impact op Speelstad 2012.

In afwachting van uw antwoord, verblijven wij,

Met vriendelijke groet

Alex Achterhuis
Partij Souburg-Ritthem

Deel deze pagina via

Artikel 41 vragen PSR over extra kosten Giro

23 april 2010 by alex achterhuis

Aan Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Vlissingen

Oost Souburg, 23 maart 2010.

Schriftelijke vragen o.g.v. R.v.O. artikel 41. (beantwoord 23 april 2010)

Onderwerp Extra kosten doorkomst Giro

Geachte college,

Uit de media is gebleken dat een aantal gemeenten die te maken hebben met de doorkomst van de wielerwedstrijd Giro op 10 mei 2010 te maken hebben met extra kosten o.a. door aanpassing bestrating, rotondes en wegen. Deze aanpassingen moeten daarna weer in de originele staat gebracht worden.

Conform artikel 41 RvO willen we u de volgende vragen stellen:

1. Heeft de gemeente Vlissingen ook te maken met extra kosten voor aanpassing wegen en rotondes vanwege de doorgang van de Giro wielerronde

Antwoord:
De enige infrastructurele aanpassing die door de directie van de Giro aan de gemeente Vlissingen is gevraagd, is het nakijken van het wegdek op de Nieuwendijk.

2. Zo ja, wat zijn daarvan de totale kosten

Antwoord:
We houden rekening met maximaal € 5000. Dit past binnen het beschikbare budget.

3. Kunnen we een totaal overzicht krijgen van alle kosten (inclusief bijdragen aan derden) die gemaakt worden ivm de passage van de Giro

Antwoord:
Ja, dat kan. Er is € 40.000 aan de gemeente Middelburg betaald om de Giro d´Italia door de gemeente Vlissingen te laten rijden. Er is een budget van € 50.000 beschikbaar om de doorkomst te regelen, inclusief infrastructurele aanpassingen en bijdragen voor lokale activiteiten. De begroting op hoofdlijnen is in de commissie Algemene zaken & Financiën van 8 oktober 2009 aan u kenbaar gemaakt. Het overzicht van de te maken kosten is naar verwachting eind april 2010 beschikbaar.

4. Wie gaat deze eventuele extra kosten betalen.

Antwoord:
Op dit moment is er geen sprake van extra kosten. Het project moet binnen het budget worden uitgevoerd.

5. Indien dat de gemeente is zijn dan deze kosten te verhalen op de organisatie.

Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 4.

In afwachting van uw antwoord, verblijven wij,

Met vriendelijke groet,

Lou Waterman

Partij Souburg-Ritthem

Deel deze pagina via

Vragen artikel 41 over Statement Ziekenhuis

23 april 2010 by alex achterhuis

Aan Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Vlissingen

Oost Souburg, 6 april 2010.

Schriftelijke vragen o.g.v. R.v.O. artikel 41. (beantwoord 23 april 2010)

Betreft: Statement Admiraal de Ruyter Ziekenhuis n.a.v. gesprek wethouders.

De Partij Souburg Ritthem heeft kennis genomen van het bericht over het Statement zoals verzonden is op 1 april j.l.

Onderwerp van het gesprek was volgens het statement: de stand van zaken rondom de ontwikkeling van het ziekenhuis. Als er gesproken wordt over de stand van zaken en de ontwikkelingen dan wordt de verwachting gewekt dat het over de inhoud van de plannen gaat. Dus over onderwerpen als:

  • wat ligt er nu aan plan(nen); hoe hard zijn ze en in hoeverre haalbaar?
  • welke functies komen er; op welke plaatsen komen die functies; van welk inhoudelijk kwaliteitsniveau zijn die functies?
  • wat is de tijdsplanning; hoe gefaseerd gaat een en ander verlopen?
  • de financiële paragraaf: welk bedrag is er met de investeringen en desinvesteringen (w.o. afstoten van grond, gebouwen, installaties en inventaris) gemoeid; hoe gaan de jaarlijkse exploitatielasten eruit zien en welke budgetten/inkomsten worden er geraamd, zowel tijdens de transitieperiode als na de beoogde realisering van de plannen; gaan de exploitatiekosten omlaag of omhoog; zijn er financiers voor de investeringen te vinden en zo ja op basis van welke businessplannen hebben die hun eventuele toezegging(en) gebaseerd?
  • wat betekent het voor de werkgelegenheid/het aantal formatieplaatsen per locatie; komt er meer of minder werkgelegenheid/personeel en hoe zit het met een sociaal plan; (inhoudelijk en wat betreft kosten niet alleen afvloeiingskosten, maar ook her- of omscholing omdat een en ander met een omvangrijke reorganisatie gepaard zal gaan)?
  • hoe ziet het communicatieplan eruit tijdens de uitvoering van de plannen?
  • zijn de plannen door onafhankelijke, terzake kundige instanties en/of personen getoetst op realiteitswaarde en haalbaarheid?
  • beschikt de ziekenhuisorganisatie over voldoende toezichthoudende, bestuurlijke en operationele know how om dit proces tot een goed einde te brengen?
  • enz., enz..

Uit het genomen besluit moet echter worden afgeleid dat het alleen over de toekomstige procedure is gegaan.

Bovendien moeten vraagtekens geplaatst worden bij datgene waartoe besloten is: de vorming van een projectstructuur middels een werkgroep (??????) op initiatief van het ADRZ waaraan vanuit beide gemeenten ambtelijk en bestuurlijk invulling wordt gegeven.

We hebben daarbij de volgende vragen:

1. Wat is de rol, verantwoordelijkheid en de opdracht van die werkgroep?

We zijn van mening dat de gemeenten hierbij in een valkuil stappen. Het project is een verantwoordelijkheid van het ziekenhuisbestuur. De gemeenten hebben een wakende en toetsende rol voor wat betreft de beschikbaarheid en bereikbaarheid van adequate medisch specialistische voorzieningen t.b.v. de in hun gemeenten wonende burgers. Dat is heel iets anders dan het oprichten, instandhouden en exploiteren van die voorzieningen. Het betekent zelfs dat je als gemeentebestuur je kerntaak (het toetsen en bewaken van het belang van je burgers) niet goed en geloofwaardig kunt waarmaken wanneer je als gemeente inhoudelijk gaat participeren (en dus ook belanghebbende en partij wordt en dus ook impliciet of expliciet medeverantwoordelijk) in het project. Verder zijn er in het verloop van het project van fusie/functie(her)verdeling/bouw nog belangentegenstellingen tussen partijen te voorzien op het moment dat het aankomt op:

  • het aankopen van grond en het aanleggen van een infrastructuur, het verkrijgen van bouwvergunningen op de beoogde nieuwbouwlocatie in Middelburg;
  • en straks in Vlissingen de bestemming en afstoting door het ziekenhuis van de grond en gebouwen (zie de ervaringen met Britannia).

Kort samengevat: een wijs gemeentebestuur houdt de handen vrij, vervult geen inhoudelijke, maar hoogstens naast de bewakende en toetsende rol een voorwaardenscheppende rol, ter voorkoming van rol- en verantwoordelijkheids- of bevoegdheidsconflicten.

Een niet onbelangrijk aspect is bovendien de gerede twijfel over de beschikbaarheid van voldoende expertise in kwalitatief en kwantitatief opzicht binnen het bestuurlijk en ambtelijk apparaat van de gemeente om überhaupt al een inhoudelijke rol van betekenis te kunnen spelen.

Antwoord:
Er is op dit moment geen werkgroep. Wij wachten de reactie af van de Raad van Bestuur naar aanleiding van ons gesprek. Op grond van deze reactie (brief) zal ons college met een standpunt komen met inachtneming van onze maatschappelijke verantwoordelijkheid terzake. Over dit standpunt zal ons college in overleg treden met uw raad.

2. De PSR heeft eerder vragen aan het College van B en W gesteld over de wijze waarop de ziekenhuisorganisatie invulling geeft aan de plicht tot tijdige en pro-actieve informatieverstrekking aan en/of raadpleging van de gemeenten in het verzorgingsgebied, zoals geregeld in artikel 2.2.2. van de Zorgbrede Governancecode. Dit beleid (informatieverstrekking en raadpleging) vormt de kapstok waaraan het ziekenhuis als maatschappelijke onderneming enerzijds en het gemeentebestuur als behartiger van het publieke belang anderzijds hun respectievelijke rollen, weliswaar in dialoog maar overigens onafhankelijk van elkaar, behoren in te vullen. De vorming van een projectstructuur, middels een werkgroep, onder initiatief van de ziekenhuisorganisatie leent zich hier niet voor op grond van de hiervoor onder 1 genoemde overwegingen.

Neemt de gemeente Vlissingen deel aan deze werkgroep ?

Antwoord:
Zie 1.

3. Volgens de Governancecode hoort overigens ook het gemeentebestuur van Veere op gelijke wijze als de besturen van Middelburg en Vlissingen bij de informatieverstrekking en raadpleging betrokken te worden.
Wordt ook de gemeente Veere betrokken bij de informatieverstrekking en raadpleging ?

Antwoord:
De gemeente Veere beschikt – voor zover wij dat kunnen beoordelen – over dezelfde informatie.

4. Wat is dan het alternatief voor de gemeenten om een adequate toetsende rol te spelen. Naar onze mening door zelf als gemeenten onafhankelijke instanties in te schakelen of te eisen dat het ziekenhuis dit doet, zoals:

  • voor de beoordeling van de plannen m.b.t. sturing van het bouwproces, bepaling van grondkosten, bouwkosten, overige investeringskosten, exploitatielasten, kapitaallasten, de bouwtechniek en functionaliteit van de nieuwbouw: het Centrum Zorg en Bouw of een derde (onafhankelijke)partij met een soortgelijke expertise als het Centrum;
  • voor de beoordeling van de kwaliteit van zorg en invulling en spreiding van de medisch-specialistische functies de Inspectie voor de Gezondheidszorg of een in overleg met de IGZ te bepalen derde.

Is de gemeente van plan onafhankelijke instanties in te schakelen of te eisen dat het ziekenhuis dit doet?

Antwoord:
Voor zover dat nodig is zullen wij dat te zijner tijd beoordelen.

5. Zolang er geen zekerheid bestaat over de uitvoerbaarheid van de plannen zou de afspraak gemaakt moeten worden dat overheveling van functies naar een andere locatie niet (meer) plaats vindt.

Wil de gemeente Vlissingen deze vraag overbrengen naar de Raad van Toezicht cq de Raad van Bestuur van het ziekenhuis ?

Antwoord:
Hiervoor verwijzen wij u naar de door uw raad aangenomen motie.

In afwachting van uw antwoord, verblijven wij,

Met vriendelijke groet,

Lou Waterman

Deel deze pagina via

PSR vragen artikel 41 Informatievoorziening door Ziekenhuis

23 april 2010 by alex achterhuis

Aan Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Vlissingen

Schriftelijke vragen o.g.v. R.v.O. artikel 41. (Beantwoord 23 april 2010)

Betreft Informatieverstrekking Admiraal de Ruyter Ziekenhuis.

Met ingang van 1 januari 2010 is de Zorgbrede Governancecode 2010 in werking getreden. De heer P. Vierhout gaf in de media een reactie naar de Middelburgse wethouder Albert de Vries op diens zeer terechte en terzake doende vragen naar stand van zaken, voortgang, haalbaarheid en inhoud van de nieuwbouwplannen van het ziekenhuis.

Daaruit leidden wij af dat er geen of nauwelijks inhoud wordt gegeven door de Raad van Bestuur van het ziekenhuis (en in het verlengde daarvan door de Raad van Toezicht) op de informatieverstrekking aan en/of raadpleging van belanghebbenden door het ziekenhuis, zoals is voor geschreven in artikel 2.2.2 van de Governancecode.

Artikel 2.2.2. luidt als volgt:

Informatieverstrekking aan en/of raadpleging van belanghebbenden in ten minste de volgende gevallen.

De belanghebbenden dan wel hun vertegenwoordiging worden door de Raad van Bestuur (van het ziekenhuis) in elke geval geïnformeerd en/of geraadpleegd over de volgende onderwerpen:

• de vaststelling of wijziging van de missie, doelstelling of grondslag van de zorgorganisatie;

• de hoofdlijnen van het strategisch beleid van de zorgorganisatie als maatschappelijke onderneming;

• het overdragen van de zeggenschap over de zorgorganisatie of over een belangrijk onderdeel daarvan en over besluiten tot fusie of het aangaan of verbreken van een duurzame samenwerking met een (zorg)organisatie;

• de opheffing of een belangrijke inkrimping dan wel belangrijke uitbreiding van de werkzaamheden van de zorgorganisatie;

• de besluiten tot concentratie of deconcentratie van de zorgorganisatie respectievelijk sluiting van afdelingen, dependances of locaties;

• de systematische bewaking, beheersing of verbetering van de kwaliteit van de te verlenen zorg.

In de toelichting op dit artikel worden gemeenten in het verzorgingsgebied nadrukkelijk als (externe) belanghebbenden genoemd.

Wanneer een gemeentebestuur van mening is dat het ten onrechte niet als belanghebbende wordt beschouwd door de zorginstelling dan kan het een toetsingsverzoek indienen bij de Governancecommissie Gezondheidszorg (zie www.governancecommissie.nl).

Op grond van de berichtgeving in de krant, op de radio en het hiervoor genoemde voorval met Vierhout en de Vries krijgen wij het idee dat er door het ADRZ weinig tot geen enkele inhoud wordt gegeven aan een actief beleid op dit punt, maar ad hoc en reactief wat nieuws of beter gezegd informatie achteraf over voldongen feiten in de publiciteit wordt gebracht.

Tegen die achtergrond stellen wij de volgende vragen:

1. Is er sprake van adequate informatieverstrekking en raadpleging door de RvB van het ADRZ richting gemeentebestuur/gemeentebesturen, zoals bedoeld in de Zorgbrede Governancecode ?

Antwoord:
Door nieuwsbrieven en gesprekken met ons heeft de Raad van Bestuur goeddeels gevolg gegeven aan deze informatievoorziening.

2. Indien ja, is dit beleid voor wat betreft vorm en inhoud schriftelijk vastgelegd op basis van wederzijdse afspraken tussen zorginstellingen en gemeentebestuur/gemeentebesturen?

Antwoord:
Nee.

3. Worden deze afspraken en wordt deze informatie ook doorgeleid aan de Raad en wat blijkt daaruit wat betreft de huidige stand van zaken, haalbaarheid en inhoud van de plannen, in het bijzonder op het gebied van de kwaliteit, continuïteit en beschikbaarheid van de medisch specialistische zorg en de financierbaarheid van de plannen?

Antwoord:
Er zijn geen afspraken tussen ons college en het ziekenhuis. U werd en wordt op de hoogte gehouden van de gesprekken tussen ons college en het ziekenhuis.

4. Wanneer er onverhoopt geen sprake mocht zijn van een adequate informatieverstrekking en raadpleging zoals hiervoor bedoeld en zoals bedoeld in de Governancecode, welke maatregelen overweegt het college dan om dit af te dwingen en overweegt het college dan ook om naleving af te dwingen via de daartoe ingestelde governancecommissie?

Antwoord:
Ons college en de Raad van Bestuur hebben – zoals u is medegedeeld – een gesprek gehad. Hierbij is de afspraak gemaakt dat de Raad van Bestuur naar aanleiding van dat gesprek een schriftelijke reactie stuurt naar ons college. Ons college zal een concept antwoord formuleren op dit verzoek en dit met u bespreken.

In afwachting van uw antwoord, verblijven wij,

Met vriendelijke groet,

Lou Waterman

Partij Souburg-Ritthem

Deel deze pagina via

Vragen artikel 41 over Delta NV

6 april 2010 by alex achterhuis

Aan Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Vlissingen

Oost Souburg, 2 april 2010.

Schriftelijke vragen o.g.v. R.v.O. artikel 41.

Betreft: Delta NV

In verschillende media hebben de afgelopen periode artikelen gestaan over Delta.

Samenvattend komt het er op neer dat de winst in 2009 grotendeels is verdampt. De artikelen suggereren dat een verregaande strategiewijziging misschien nog enig soulaas kan bieden.

De Partij Souburg Ritthem maakt zich al enige tijd zorgen over Delta NV en heeft al een paar keer (informeel) vragen gesteld aan de verantwoordelijke wethouder.

De multi-utilitystrategie zoals die tot nu toe is gevolgd vindt plaats met grote investeringen in het buitenland en weinig regionaal en is weinig duurzaam. Dit beleid levert tot nu toe weinig op voor de Zeeuwse werkgelegenheid. Sterker nog, Zeeuwse werkgelegenheid staat op het spel als gevolg van slecht renderende projecten buiten Zeeland. Wij zien liever behoud van de hoogwaardige werkgelegenheid die Delta biedt en kan uitbreiden in Vlissingen en overig Zeeland met duurzame producten.

Op grond van artikel 41 stellen wij de volgende vragen:

1. Is het juist dat de winst van 2009 volledig dan wel bijna volledig is verdampt.

2. Wat moet er nu gebeuren om Delta NV zo aan te passen dat het bedrijf volwaardig en duurzaam kan functioneren

3. Is hiervoor een tijdpad en zo ja, hoe ziet dat eruit en wanneer wordt de raad op de hoogte gebracht.

4. Is het college voortdurend op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen en omstandigheden die zich de laatste periode heeft voltrokken binnen Delta

5. Welke acties heeft het college uitgevoerd teneinde haar invloed uit te oefenen

6. Was en is er volgens u voldoende grip op de situatie bij Delta NV

7. Is de huidige multi-utilitystrategie – met vooral investeringen in het buitenland- nog effectief wanneer het gaat om duurzame ontwikkeling van (hoogwaardige) werkgelegenheid in Zeeland en daardoor ook voor de gemeente Vlissingen.

8. Wat dient in de visie van het college de gemeente Vlissingen er als aandeelhouder aan te doen om de Zeeuwse werkgelegenheid bij Delta zeker te stellen voor de toekomst.

9. Wanneer worden de jaarcijfers over 2009 in de commissie en gemeenteraad besproken.

In afwachting van uw antwoord, verblijven wij,

Met vriendelijke groet,

Lou Waterman

Partij Souburg-Ritthem

Deel deze pagina via
« Previous Page
Next Page »

Laatste Nieuws

  • Royement fractieleden
  • Vlissingen als evenementenstad
  • Tekort opvangplaatsen huiselijk geweld
  • Stadhuis OS (2)
  • Zwembad Feel Fit
  • Het Wauwelhofje
  • Werkzaamheden JCV
  • Locatie Roerstraat
  • Introductie van de peukenpaal
  • Einde artikel 12 in zicht!
  • 20211214 01 Albert Vader
  • 20211214 02 Alex Achterhuis
  • 20211214 05 Wilma van Dongen
  • 20211214 09 Albert John Vervorst

Volg ons via Sociale Media

  • E-mail
  • Facebook
  • Instagram
  • Twitter

Copyright © 2025