In vergelijking met andere leeftijdsgroepen vallen er onder kinderen tot 14 jaar betrekkelijk weinig verkeersslachtoffers. Toch vormen kinderen als verkeersdeelnemers een kwetsbare groep. Dat geldt zeker tijdens het drukke spitsuur rond de basisschool bij brengen en halen. Voetgangers, fietsers, auto’s, volwassenen en kinderen, snel- en langzaam verkeer, alles komt gedurende een korte piek in de ochtend en middag samen. Deze schoolomgeving met veel verschillende deelnemers kan onoverzichtelijk en daardoor gevaarlijk zijn. Voor alle verkeersdeelnemers een grote verantwoordelijkheid.
Wat kan onze gemeente betekenen voor een veilige basisschoolomgeving? Volgens de richtlijnen zou de schoolomgeving bij voorkeur (permanent of tijdelijk) autovrij moeten zijn. Als dat niet mogelijk is, heeft een zogenaamd ‘schoolerf’ de voorkeur: een gebied met een maximumsnelheid van 15 km/uur (stapvoets). Als ook dat niet mogelijk is, moet een lagere snelheid binnen 100 meter van de school worden afgedwongen met drempels. Daarnaast zijn veilige oversteekplaatsen noodzakelijk en zou direct rond de school een parkeer – en stopverbod van toepassing moeten zijn. Ook schoolzones zijn een mogelijkheid. Met een opvallende en herkenbare weginrichting die direct duidelijk maakt dat er een basisschool staat.
De meeste kinderen komen lopend of fietsend naar school. Uit onderzoek blijkt dat kinderen die naar school fietsen of lopen, vaardigheden leren die nodig zijn om veilig aan het verkeer deel te nemen. Hoe ouder het kind is en hoe jonger het begonnen is met fietsen, hoe beter de fietsvaardigheden zullen zijn. Circa 12% tot 15% van de basisschoolleerlingen wordt met de auto gebracht. Dat percentage is al een aantal jaren nagenoeg gelijk. Door de auto een ondergeschikte verkeerspositie te geven kunnen veel in de auto gebrachte kinderen wellicht gezond op de fiets. Daarnaast is er winst te behalen op het gebied van duurzaamheid, verkeersveiligheid en gezondheid.
De routes naar school zijn veilig: liefst met zo weinig mogelijk conflictpunten tussen automobilisten, fietsers en voetgangers. Er is een veilige oversteekplaats en een veilige schooluitgang. Ook ouders dragen bij door bijvoorbeeld te helpen als verkeersbrigadier volgens de regels van Veilig Verkeer Nederland. De verkeersbrigadiers zijn door wetgeving erkend en worden aangesteld door de burgemeester.
Een veilige route naar de basisschool kent een brede verantwoordelijkheid. Ouders, verzorgers, de school, de leerkrachten en de gemeente. Als alle partijen hun deel van de verantwoordelijkheid dragen kan een veilige route naar school redelijk simpel worden gerealiseerd.