Toelichting:
De minima die vallen in de groep boven de 110% tot aan de 120% hebben in de afgelopen
jaren hun bijdragen in de sanering van de algemene reserve meer dan voldoende gedragen.
Wij achten het niet langer verantwoord om onder de norm van 120% te gaan zitten, mede
ook omdat het Rijk zelf deze grens van 120% van het sociaal minimum hanteert (zie
energietoeslag). De extra structurele lasten worden gezien als onvermijdelijk en niet langer
uitstelbaar.
De eventueel beschikbare incidentele dekkingsmiddelen dienen beschikbaar te blijven voor
incidentele investeringen in de gemeente. Daarbij zou het niet uitlegbaar noch verdedigbaar
zijn waarom wel incidentele middelen ingezet zouden worden voor de noodzakelijke
structurele lasten van normaal minimabeleid (laten we een verhoging tot 120% geen ambitie
noemen) en niet voor de structurele lasten van de jeugdzorg.
Bovendien: de andere gemeenten in Zeeland kunnen bijvoorbeeld hun ZEH dividend wel
gebruiken voor extra ambities. Het niet kunnen inzetten van Vlissingen van het ZEH dividend
maakt het verschil in kwantiteit en kwaliteit van de voorzieningen (nog) groter.
Onvoldoende structurele middelen beschikbaar stellen (door het Rijk) voor noodzakelijke
structurele lasten is een overtreding van de Financiële Verhoudingen Wet en dient
gecorrigeerd te worden door de uitvoerder van deze Wet.